Boekbespreking: “de terugkeer van de dwarsliggers” – Erik De Bruyn

Erik De Bruyn is binnen de SP.A natuurlijk gekend als de vroegere tegenkandidaat van Caroline Genez voor het voorzitterschap van de partij. Hij is uit de partij gestapt en iedereen verwachtte dat zijn boek vooral een aanval zou zijn op het klassieke rode bastion.  Uiteraard vind je hier en daar een sneer naar de partij en worden er wat anekdotes verteld die niet zo prettig liggen, maar het boek overstijgt gelukkig dit soort literatuur.

Het is vooral een aanval geworden tegen het neoliberale economische systeem én de trucjes van het nationalisme. Die aanval wil De Bruyn niet zomaar plegen, hij doet dat op basis van een ernstige analyse, die deels teruggaat naar de geschiedenis van het socialisme en de arbeidersbeweging in haar geheel, deels naar actuele feiten en gebeurtenissen die elke dag meer en meer de gevolgen van het kapitalisme duidelijk maken. En hier wil hij vooral dwarsligger zijn, samen met de vele groepen in de samenleving, over de hele wereld, die er genoeg van hebben en hun verontwaardiging tonen in demonstraties, pamfletten, debatten en nieuwe bewegingen. Bovendien ontleedt hij haarscherp de argumenten en uitlatingen van het Vlaams-nationalisme dat zich opwerpt als “redder van het vaderland”.

Het boek past dus uitstekend in het themanummer van De Nieuwe Gemeenschap. De Bruyn merkt enerzijds op dat de traditionele politiek (ook de staatshervorming in België) uitgaat van het principe: “zaken mogen veranderen op voorwaarde dat ze hetzelfde blijven”. Anderzijds ziet hij een hoop bewegingen ontstaan, los van de gekende politieke organisaties en milieubewegingen, die verweten worden “al te vaak met de kapitalisten in zee te gaan”. Deze organisaties en bewegingen spuien ideeën, werken vaak met een professionele expertise in hun midden, maar vinden voorlopig geen structuur. En bovendien zijn ze geweldloos en doen ze aan politieke democratie, vooral buiten het stemhokje. Voor de traditionele denkers vormen zij nog geen gevaar. Dat stelt de sociaal-democratie gerust: als het op stemmen aankomt is de traditionele socialistische partij, samen met de groenen en een paar linkse kleine partijen nog steeds de “haven” waar deze “verontwaardigden” nog terecht kunnen. De tactiek van de nationalisten is echter grover: verdeel en heers. Wil je met de buit gaan lopen dan moet je zorgen dat je je tegenstanders tegen elkaar opzet: arm tegen rijk, jong tegen oud, gezond tegen zwak, werkend tegen werkloos, autochtoon tegen allochtoon. Dat alles gebeurt in een democratisch sfeertje dat men “vrije meningsuiting” noemt.

De Bruyn is rood en Vlaming. Maar hij hekelt het repertoire aan uitlatingen dat binnen de Vlaams-nationalistische partij(en) schering en inslag is. Als Siegfried Bracke stelt dat “de armen blij mogen zijn dat er rijken zijn”, weet je meteen aan welke kant die Vlamingen economisch staan: aan de kant van diegenen die de economische macht in handen hebben en de doos vol trucjes kennen om die macht in handen te houden. Als er over “transfers” wordt gesproken in die kringen, krijgen we het eeuwige slaapliedje over de transfer van Vlaanderen naar Wallonië. Nooit hoor je spreken over de transfer van arm naar rijk.

Vele jongeren (en gelukkig ook ouderen) pikken dat niet meer: zoals “The Maze Runners” (de zoekers in het doolhof) zijn mensen op zoek naar waardigheid, rechtvaardigheid en een humaan leven dat respect heeft voor eigendom, rechten, plichten en meningen. Ze pikken het niet langer dat de werkende mens niet meer als “loonkost”, maar als “loonlast” wordt gedefinieerd, de werker die zich altijd soepel moet opstellen tegenover de baas en geen enkele werkzekerheid meer geniet.

Het boek is opgedragen aan de kinderen van Utoya.

“De terugkeer van de dwarsliggers” van Erik De Bruyn is uitgegeven bij Houtekiet, telt 205 bladzijden en is nieuw. 2011.

(vw)